Beha-ballen
Leef met Degreef! Gymnastieken
Samen met je dochter op zoek naar wat bij je past in de sportschool.
#Deel 3: Tennis.

Tennis in stijl
Onze sportschool heeft indoor tennisbanen, wat een luxe! Je kunt gewoon een baan reserveren en een uur los gaan. We schaffen tweedehands tennisrackets aan en boeken een baan.
‘Wel de achterste baan, hè mama.’ Ja, ja, op de vierde baan ziet niemand ons. Die zit zo mooi verstopt, dat alleen de eendjes in de sloot ons kunnen zien.
Julienne gaat helemaal in stijl, zoals dat hoort bij een Insta-meid van haar leeftijd. Ik heb een oud T-shirt en een joggingbroek gevonden. Items die ik ’s avonds op de bank aan heb als ik lig te Netflixen. (Nu moet je weten dat ik op dit punt dus nog geen sportkleding heb. Nooit nodig gehad, dus het is wat bij elkaar rapen uit de kledingkast.)

‘Hallooo, ik sta hier!’
Als je door de klapdeuren naar de tennisbanen loopt, komt je (’s winters) een kou tegemoet die vergelijkbaar is met die in een vrieskist.
‘Dat wordt rennen om warm te worden,’ zeg ik dan nog optimistisch. Want ga je wel rennen voor ballen die (ver) uit zijn, die in het net landen of aan het plafond blijven hangen? Het is vooral ballen rapen en dat doet niemand hollend.
Heel vroeger had ik een tennispaal of tennistrainer: een bal aan een elastiek waarmee je in je eentje kon tennissen. Het was een meterslang, vrijwel niet-elastisch elastiek, waardoor ik me wezenloos moest slaan om de bal terug te krijgen. Maar die bal kwam tenminste nog terug.
‘Hallooooo, ik sta hier!’
‘Ja, maar jij slaat ook niet goed.’
‘Nee, maar dat komt door jouw kutballen.’
‘Je moet er ook voor rennen.’
Dit gaat wel even door zo. Afijn, je hebt er een beeld bij.
Atletische toeschouwers
Tot overmaat van ramp verschijnen er twee atletische mannen precies achter onze baan. Oftewel: naast de eendjes hebben we nu ineens nog twee toeschouwers. En zij slaan natuurlijk wel goed. Dat lekkere geluid galmt door de zaal, van rake klappen en de bal die precies op het midden van hun racket komt.
Ik schaam me dood voor onze klanken. Pling! Tegen de zijkant van het racket. En dan een bal die heel gaar tegen het plafond schiet.
Wat doe je dan?
Nou, simpel.
Je wacht totdat zij serveren en een rally starten. Op dat moment kunnen ze niet naar ons kijken en zetten wij ons spel ook in. Nu moeten we alleen nog oefenen om dat pling-geluid wat zachter te maken ;).

Ballen in de beha’s
We hebben twee blikken mee, acht tennisballen in totaal. Dat ballen rapen hadden we nog wel verwacht dus, maar toch grijpen we ergens op mis: broekzakken! Julienne in haar korte rokje en ik in een soort yoga-pantalon, maar allebei geen ruimte om de ballen in te stoppen. Ja dáááág, we gaan toch niet steeds naar de kant lopen om een volgende bal te pakken? We proppen ze dus in onze beha’s, in de band van mijn broek en dan nog twee in de hand. Nou, handig tennissen, hoor. Halverwege stuiteren de ballen tevoorschijn en struikel je er bijna overheen. Wat zullen die twee mannen gedacht hebben 🙂 🙂 🙂 .
De challenge

We hebben samen veel gebadmintond op vakantie en dat ging altijd goed. In familie Degreef is het een traditie om op vakantie te badmintonnen en het record van zo vaak mogelijk overslaan steeds te verbreken. Ik deed het met mijn vader vroeger (zie schattige foto uit 1983) en Julienne deed het met mij (voor mijn gevoel nog niet zo lang geleden, maar daar denkt zij anders over).
Goed, een doel stellen. Zou dat nu ook werken?
‘Oké, ons record van overslaan is drie. We mogen pas de baan af als we de twintig redden.’ Ik hoop niet dat ik het doel te hoog stel.
Twee.
Drie.
Eén.
‘Dat wordt nachtwerk,’ roep ik naar de overkant.
Maar dan gaat een knop om. Als Julienne een doel wil halen, komt er ineens focus in haar spel. Sterker nog: dan dwingt ze mij ook. ‘Mama, nu even concentreren!’ En oh wee als ik dan de slappe lach krijg (wat vaak gebeurt), dan krijg ik een boze stier tegenover me.
Op een gegeven moment hebben we een ritme te pakken. Ik moet vooral niet naar haar backhand slaan, maar de bal precies goed neerleggen op haar forehand. Geen lekker harde slagen voor mij dus, maar met lullige boogjes over het net waardoor zij de tijd heeft om de bal te raken. We halen de veertig ruimschoots en krijgen er zelfs lol in.
Conclusie
‘Ik kan er niks van!’ jammert Julienne als we terug zijn in de kleedkamer.
‘Euh…ja, klopt. Maar niet zo hard zijn voor jezelf. Je doet dit voor het eerst van je leven.’
De keren daarna gaat het inderdaad beter.
‘Misschien moeten we een keer meedoen aan een proefles.’
We zien ze daarna bezig, op baan één. Vol in het zicht van iedereen. Oké dan, daar kun je je niet verstoppen. Heel eerlijk? Dat is waarschijnlijk ook de reden dat we die proefles steeds maar uitstellen….
Het lastige met tennis is dat je er iemand anders voor nodig hebt. En het liefst iemand die ongeveer op hetzelfde niveau zit. Volgende keer weer iets waar je gewoon bij aan kunt schuiven, beginner of niet: bodyshape.