Route 77 – Week 10

Week 10 is de week van Bulgarije en Roemenië. We hebben helaas geen tijd meer om (met de eigen tent) te kamperen en kachelen redelijk voortvarend richting Nederland.

In Bulgarije doen we de volgende plaatsen aan:

  • Kromidovo op een camping in een tipi-tent.
  • Sapareva Banya bij een gezin thuis op de bovenetage.
  • Vidin in een hotel.

In Roemenië verblijven we in appartementen in de plaatsen:

  • Pitesti.
  • Predelut.
  • Cluj-Napoca.
  • Oradea.

De grensovergangen

Hoe zit het ook alweer met Bulgarije en Roemenië: wel of geen EU, wel of geen euro? Wel EU, geen euro. En sinds 31 maart 2024 onderdeel van het Schengengebied, waardoor controles bij de grenzen zijn vervallen. Alleen nog je paspoort of ID-kaart laten zien en gaan met die banaan.

De grens tussen Griekenland en Bulgarije


Het valt ietwat tegen. Er staat een lange file voor de grens. Gelukkig met name voor vrachtwagens (die zijn echt de haas). Personenwagens hebben een kleinere rij. We passeren twee grensposten na elkaar. Ze kijken in onze paspoorten zonder echt te kijken.
De lieflijke Griekse muziek die we op de radio aan hebben staan, is na het passeren van de grens vervangen door zware metal. Prima voor een donker hol als je uitgaat, maar op een klaarlichte ochtend ligt het zwaar op de maag ;).

De grens tussen Bulgarije en Roemenië

Er kunnen hééél lange files staan, zo blijkt aan de kilometerslange weg met afvalbakken. Wij hebben geluk en kunnen meteen naar de twee grensposten doorrijden. De eerste is van Bulgarije, om het land uit te kunnen moeten we paspoort en kentekenbewijs inleveren. Die worden gescand, dus een gestolen auto meenemen is kansloos. Daarna moet het raam open, zodat ze goed naar binnen kunnen kijken. En de achterklep open. Ze schrikken eerst van Luca op de achterbank en daarna van wat ze zien liggen in de achterbak. Ze tillen wat zakken op, maar als Eko zegt dat we op vakantie zijn, kijken ze een beetje verbaasd. (Vakantie? Meen je dat nou? Wie gaat er voor z’n lol naar Bulgarije en Roemenië?) Doorrijden naar het tweede loket om nogmaals de paspoorten te tonen. Ze zijn op zoek naar vluchtelingen, dat is duidelijk als we zien dat vooral de busjes binnenstebuiten gekeerd worden.

Bijzonderheden Bulgarije

De grenscontroles voelen toch wel als 50 jaar terug in de tijd. Dat geldt ook voor onze eerste indrukken van Bulgarije en de dorpen waar we doorheen rijden. “Hier in Bulgarije gaat echt geen wifi zijn,” zegt Eko, “hooguit een fax.” Even schetsen wat we ervaren.


Slechte wegen en donkere tunnels
De wegen zijn slecht, nog geen subsidiewegen dus. En helemaal verbazingwekkend zijn de dorpen waar nog gewoon zandpaden liggen. In tunnels vind je alleen aan de rechterkant van de muur wat led-verlichting. Je rijdt een donker hol in en dat is heel naar en eng. Je hebt de neiging om meteen op de rem te drukken, wat het extra gevaarlijk maakt.

Grauwe, grijze flats
Je ziet veel flats die op instorten staan, met de ergste in Sofia. Natuurlijk, het zijn restjes communisme die je ziet, maar ze hadden op z’n minst de grauwheid weg kunnen strijken met een vrolijk kleurtje verf, toch? Dat is wat ze doen in Roemenië, Slowakije en Tsjechië. Gratis tip van Degreef! Hoe gezelliger de omgeving, hoe minder criminaliteit.

Superveilig
Daarover gesproken: ik heb me superveilig gevoeld in Bulgarije. Daar waar ik Bulgarije alleen kende van de persberichten over oplichters en mensenhandelaren, ben ik toch blij dat ik de “echte” Bulgaren ook heb gezien. De meeste mensen stralen overigens uit dat hun leven zwaar is, dat er niets is om trots op te zijn of om gelukkig van te worden. Ik heb niemand horen lachen :(.

Nieuwe kerken
Hoe armzalig een dorp ook is, er staat altijd een kerk die gisteren gebouwd lijkt te zijn.

Cyrillisch schrift: help!

Het cyrillisch schrift is niet te doen! We ontcijferen wat letters met behulp van verkeersborden die tweetalig zijn: “Volgens mij is een h een l en een u een i.”

Only cash
Ons vermoeden wordt bevestigd dat we zo snel mogelijk een pinautomaat moeten opzoeken om er Bulgaarse Lev’s uit te trekken. “Only cash, only cash,” horen we steeds. Met Google Maps rijden we naar een pinautomaat in het dorp. Een groot, verlaten plein waar twee fruitkraampjes langs de kant van de weg staan. Geen bank te zien hier, alleen een leegstand gebouw. Maar verhip, daar zit toch een pinautomaat verstopt.

Hoofdrekenen in de supermarkt
In de supermarkten in de dorpen werken ze nog met een rekenmachine en hoofdrekenen. (Er is er zelfs één bij die alles op een blocnote opschrijft, optelt, daarna nog een keer optelt, terwijl naast haar een rekenmachine ligt.) Het is dus heel normaal om lang in de rij te wachten. We kijken onze ogen uit. De Bulgaren die wij tegenkomen, zijn verbaasd dat we geen Bulgaars spreken en zelf spreken ze uiteraard geen Engels.

Watertappunten
Overal zijn watertappunten waar mensen met de auto stoppen en grote literkannen vullen voor thuis. Bulgaren zijn heel trots op het verse drinkwater uit de natuur. “Kun je gewoon drinken,” zeggen de wandelaars die we tegenkomen. We laten Luca uiteraard drinken van de stroompjes, maar durven het zelf niet aan. Geen risico’s.

Nee is ja en ja is nee
Met handen en voeten communiceren dus. Dan denk je, maakt toch niet uit? Je legt de spullen op de band en de caissière slaat het aan, hoe moeilijk kan het zijn? De melkproducten liggen achter de toonbank, dus als je iets anders dan blikvoer wil eten, moet je toch dingen aanwijzen. En dan komt het…. je wijst naar een product, de supermarktmedewerker pakt een product en kijkt je vragend aan. Jij schudt je hoofd en wijst naar het product ernaast. Maar wat een hel! Als je je hoofd schudt in Bulgarije, betekent dat “ja” en als je knikt, betekent dat “nee”. Je krijgt hilarische toestanden kan ik je wel zeggen.
De reden dat ze dit andersom doen, gaat lang terug, naar een tijd dat er Ottomanen langskwamen die het volk met de harde hand islamitisch wilden maken. Om hun eigen religie trouw te blijven, bedachten ze een truc. Op de vraag of ze moslim waren, konden ze knikken en “nee” antwoorden. Slim, hoor.

Bulgarije: Kromidovo

De camping is piepklein, heel lieflijk en wordt gerund door een Engels echtpaar. De tipi-tent is geweldig. Die avond speelt Nederland tegen Frankrijk en kijken wij op de laptop :).
John vertelt ons iets meer over Bulgarije. Het blijkt een echt maffialand waar de rijken rijker worden en de armen armer. Er waren ooit ruim 9 miljoen inwoners, maar veel Bulgaren hebben het land verlaten en er zijn nog maar 6 miljoen Bulgaren over. Het feit dat het een maffialand is, komt overeen met het aantal agenten. Net als in Italië zijn die volop aanwezig.

Melnik en Rozhen sandstone pyramids
Vanaf Melnik lopen we door de natuur naar de “Melnik pyramids” en “Rozhen sandstone pyramids”. Melnik is een leuk, toeristisch dorpje dat een knooppunt is van wandelroutes. Dat ontcijferen van de borden valt echter niet mee ;).

Het is 38 graden (het gaat maar door hier) en we slepen een hele voorraad water mee (en die gaat ook helemaal op). We komen niemand tegen, behalve een schildpad en een vreemde, gele vogel.

De pyramides zijn de beloning waar we uitzicht op hebben als we na een uur hebben geklommen.

Pyramids of Melnik and Rozhen

Luca is compleet afgemat als we terug in Melnik zijn. Hij gaat languit in de stroom liggen en weigert er nog uit te komen. Er gaat een brug overheen en ik durf best veel, maar deze betreden is vragen om een gebroken been.

Bulgarije: Sapareva Banya

We logeren bij een gezin in huis, heel bijzonder om eens mee te maken. Ze roepen hun zoon van vijftien die een woordje Engels spreekt en ons wegwijs maakt. Er woont ook een opa in het huis die ons steeds maar enthousiast in het Bulgaars blijft toespreken. Als we aangeven dat we hem niet begrijpen, gaat hij langzaam Bulgaars spreken. Hahaha, we komen bijna niet meer van hem af als we op het onderwerp restaurant komen en hij ons de weg wijst naar de beste restaurants in het dorp.

Wat we hier gedaan hebben:

  • Traditionele komkommersoep (tarator) en yoghurtdrank (ayran) proberen (lekker).
  • Nationaal park Rila (schitterend).
  • “Goritsa” waterval in Ovchartsi (te druk bezocht).

Traditionele gerechten
Thuis had ik al van “tarator” gehoord, de koude komkommersoep, en wist al dat ik die moest proberen. Hij is lekker, zeker bij warm weer.
Als we kebab afhalen in een stad, wil de kok ons de traditionele “ayran” (yoghurt, water, zout) laten proeven. Ook om de pittige kebab mee te blussen. De kebab smaakt trouwens anders dan we gewend zijn, zoals in Nederland en andere Europese landen (jawel, we hebben hem overal gegeten). Wel lekker, maar net iets zwaarder door de kruiden. De yoghurtdrank is heerlijk erbij.

Nationaal park Rila
De meeste mensen kennen Rila van het klooster van Rila, een echte trekpleister. Wij hebben het klooster overgeslagen en zijn de natuur in getrokken. Het oorspronkelijke plan om naar het natuurwonder van de zeven Rila-meren te gaan, laten we varen als er alleen een stoeltjeslift omhoog gaat. Een hond mag mee, maar dat betekent dat we Luca op onze schoot moeten vasthouden. Eko wil het wel proberen, maar ik durf het niet aan. Het wordt daarom een wandeling naar een waterval.
“Hier zitten geen goden op de berg, toch?” vraagt Eko voor alle zekerheid ;). Het is geen Olympus-berg, maar ook hier zien we de temperatuur zakken tot de 22 graden. Het is een echt alpien gebied met sneeuw op de toppen (bovenin bij de berghut staan zelfs de ski’s al klaar). We zien geen dieren, maar dat is te verklaren door de drukte. Bulgaren zijn blijkbaar dol op wandelen.

Voor Bulgaren is het heel normaal om er samen op uit te trekken in de natuur in het weekend. We zien gezinnen, stellen en groepen jonge gasten en meiden. Dus waar onze jeugd op zondag uitslaapt, achter Netflix of een gameconsole kruipt (en sommige ouderen ook ;)), lopen Bulgaarse jongeren door de bergen en hebben ze (neem ik aan) goede gesprekken.

Goritsa waterval
We gaan een keer lekker vroeg op pad, in de hoop voor de drukte bij de waterval te zijn. Deze is namelijk gemakkelijk bereikbaar vanaf de weg en dat betekent drukte. Als we parkeren, staat er slechts één andere auto. Mooi. We klauteren een stuk omhoog en vinden een leuk bankje waar we een kop koffie drinken.

Ondertussen is Luca (altijd) heel alert op geluiden om ons heen. Als hij met grote oren naar beneden kijkt, om beter te kunnen luisteren, grap ik nog tegen Eko dat er een schoolklas aankomt. Wat denk je? Een complete kleuterschool drentelt over het pad. De beentjes zijn te kort om echt goed over de rotsen te kunnen stappen en het gaat langzaam. Precies voor ons bankje (hoe verzin je het) houden de kleuterjuffen een pauze met de groep. Alle kleintjes zitten op het pad. Hahaha, wij kunnen er niet omheen. We kunnen niet verder en we kunnen niet terug. Als ze eindelijk verder gaan, laten wij de waterval maar schieten. Als we achter deze groep aan moeten sjokken, om vervolgens met geluk één straaltje van de waterval te kunnen zien, dan is dat de klim niet waard ;).

Bulgarije: Vidin

Een plaats die tegen de grens met Roemenië aan ligt. Ik houd er niet zoveel van om op vakantie in een stad te zitten, maar af en toe een kleiner stadje is prima om een dag te verkennen.
De Donau loopt langs Vidin en er loopt een park langs in een rondje. Prima om doorheen te banjeren. Aan de kant van de Donau is het wat “rijker”, aan de kant van de binnenstad zie je veel gezinnen met kleine kinderen in het park.

Eerst even een indruk geven van de armoedige kant van Vidin. Ze sparen autobanden ;). En wat vind je van die kledingwinkel?

Dan even wat positieve dingen waar wij in Nederland nog iets van kunnen leren.

Speelgoed in het park
In het park vind je een grote mand met speelgoed, voor algemeen gebruik. Zou deze in Nederland niet binnen een week leeggeroofd zijn, in de fik gestoken of op Markplaats doorverkocht? Dit is toch wel een groot voordeel van een ex-communistisch land, lijkt me. Of van een land met fatsoen, dat kan natuurlijk ook ;).

Rouwadvertenties tegen lantaarnpalen
Dit vinden wij vreemd, omdat we het niet kennen, maar eigenlijk is het veel effectiever dan een advertentie in de krant. Tegen muren en lantaarnpalen vind je mensen die overleden zijn. Of ze ook in kranten verschijnen, heb ik niet gecontroleerd.

Koffieautomaten random op straat
Ik weet niet of dit in elke stad normaal is, maar in Vidin kom je veel koffieautomaten tegen. Niet alleen bij een station of kiosk, maar gewoon random op straat.

Als je door het park wandelt, kom je vanzelf langs een kasteel, oude stadsmuren en torens, gewoon tussen de troosteloze flats in.

Algehele indruk van Bulgarije
Bulgarije is nog niet ingesteld op toeristen. Dat merk je aan de verbazing als we kenbaar maken dat we geen Bulgaars spreken, aan het ontbreken van auto’s met een buitenlands kenteken, aan kamerverhuurders die geen woord Engels spreken en weinig gemarkeerde bezienswaardigheden in het land. Het is zo’n tegenstelling om vanuit Griekenland, waar elke vierkante kilometer minimaal één bezienswaardigheid heeft, in Bulgarije te komen waar je moet zoeken naar een bezienswaardigheid. De westelijke kant van Bulgarije heeft mooie stukken natuur, maar niet verpletterend mooi. In het zuidwesten vind je vooral vlaktes met landbouwgronden, in het noordwesten de bergen. Al met al denk ik niet dat ik snel terug zal komen in Bulgarije.

Bijzonderheden Roemenië

Graaf Dracula of toch Quasimodo?
Als ik aan Roemenië denk, dan denk ik onder andere aan graaf Dracula. De ochtend dat we naar Roemenië afreizen, word ik echter geconfronteerd met Quasimodo. Ik krijg mijn linkeroog niet open en in de spiegel schrik ik me rot. Geen bochel op mijn rug, maar op mijn oog. Hij lijkt ontstoken en is helemaal rondom gezwollen. Waar is mijn gezicht? Gaat dat wel goed bij de douane? Ze controleren de foto’s op de paspoorten wel, maar accepteren een half gezicht ;). Na een dag is het weggetrokken en we vermoeden een insectenbeet. Ik ga echt niet goed op de insecten in het zuiden.

Modern land
Ken je dat beeld van het oude vrouwtje met hoofddoek en één tand in haar mond? En van rondtrekkende zigeuners? Dat waren de stereotiepe beelden die ik had van Roemenië. Ja, waren en had, verleden tijd. Het land is verdorie nog geavanceerder dan Nederland! Dit was wel het laatste wat ik had verwacht. We hebben in appartementen gelogeerd die nog luxer waren dan ons eigen huis. Overal zijn “malls” met de nieuwste winkels. En hoe cool dat je aan de groene verkeerslichten kunt zien hoe lang deze nog op groen blijven staan. “Dan ben je toch wel ontwikkeld,” zegt Eko als we op zaterdag mensen hun auto’s zien wassen ;).

De enige aanwijzingen dat het land nog een economische achterstand in moet halen, zijn de prijzen en het ontbreken van snelwegen. Het beeld dat door onze media wordt geschetst van een arm land, is schromelijk overdreven. De Roemenen zien zichzelf ook totaal niet als arm of minderwaardig. Integendeel! Toen wij een appartement huurden van een Roemeens stel, werden wij juist als potentiële oplichters slash armoedzaaiers gezien. Waarom ons EU-geld naar Roemenië moet, vind ik dus ergens dubieus. De kloof tussen armen en rijken is wel enorm en ik ben bang dat het EU-geld de rijke Roemenen alleen maar rijker maakt. Op deze foto de beste tegenstelling: achterin de spiksplinternieuwe appartementen en voorin de containers. Helemaal links woont een man. Als je goed kijkt, zie je hem met een biertje buiten zitten.

Paard en wagen
Natuurlijk zie je nog wel paard en wagens, met name van boeren op het platteland, maar die houden ze vast in stand voor de toeristen ;).

Net Italiaans
De Roemeense taal is een vreemde eend in de bijt. Alle omringende landen hebben hun wortels in de Slavische taal en is onbegrijpelijk voor ons. De Roemeense taal kun je bijna lezen, omdat het zo lijkt op Italiaans. Laten wij nou net experts zijn geworden door die maand in Italië ;).

Waterputten en ooievaarsnesten
De dorpen net over de grens met Bulgarije hebben om de 50 meter een waterput. En die wordt nog gebruikt ook! Elk dorp (ook in Bulgarije) heeft minimaal 10 ooievaarsnesten. Gewoon op iedere lantaarnpaal.

Hooibergen in de vorm van “trulli
In Zuid-Italië heb je een streek met zogenaamde “trulli” (weet je nog?). Daar moet ik steeds aan denken als ik in Roemenië de hooibergen zie.

Jezus is overal en zilveren kerken
In Italië en Griekenland zie je overal kapelletjes langs wegen. Hier in Roemenië zijn het kruizen.
De kerken zijn perfect onderhouden en bijna allemaal getooid met zilveren daken die je al van een afstand ziet schitteren in de zon. Heel af en toe is het dak goudkleurig. Dat zullen wel de rijke dorpen zijn ;).

Roemenië: Pitesti

Bureaucratie
Pitesti is een moderne, redelijk grote stad. We gaan in een groot winkelcentrum kijken of ze iPhones verkopen. We komen in een Vodafone-winkel waar een medewerkster vraagt of ze ons kan helpen. Verkopen jullie ook dit specifieke model iPhone? Ze knikt, wijst naar een zuil en haalt er een nummertje voor ons uit. Even wachten graag. Er zijn vier balies bemand en er zijn geen klanten. Apart. Dan gaat het signaal en verschijnt ons nummertje. Balie twee. Wat??? We mogen naar de balie van de medewerkster die ons zojuist te woord heeft gestaan. We herhalen onze vraag, letterlijk. En weet je wat ze zegt? “Nee, we verkopen geen losse toestellen, alleen in combinatie met een abonnement.” Het toppunt van bureaucratie!

Roemenië: Predelut

Wat we hier gezien hebben:

  • Nationaal park “Piatra Craiului” (mooi).
  • Kasteel van graaf Dracula in Bran (niet doen).
  • Natuurpark “Bucegi” (voor een ontmoeting met een beer).
  • Natuurgebied “Secular Oaks” (rustgevend mooi).

Nationaal park “Piatra Craiului”
Vanaf de “fontana lui Botorog” (niets meer dan een watertappunt) lopen we naar de “cabana Curmatura”, een hut in de bergen. Het is een tocht van een uur klimmen, waarna je op een bergweide komt met mooie uitzichten. Ik voel me als Heidi in de bergen. In de bossen horen we een enorm beest naar beneden rennen van een helling. Dat klonk niet als een hertje. Zou het een beer geweest kunnen zijn?

Kasteel van graaf Dracula
Ik verwacht een kasteel gehuld in nevelen, eenzaam en verlaten in de bergen met donkere bossen. Het romantische beeld wordt compleet vermorzeld. Een toeristisch, druk dorpje met betaald parkeren. Een immens hek om het kasteel en het terrein eromheen en je moet entree betalen om iets meer te kunnen zien van het kasteel. Geen donkere bossen, geen mist. Ik wil meteen weg. Eko en Luca ook. De foto is precies zo genomen dat je de helse drukte eronder niet ziet ;).
Van wat ik heb horen zeggen, is het kasteel van binnen niet bijzonder en is het waarschijnlijk niet eens het kasteel van graaf Dracula geweest.

Natuurpark “Bucegi” met gratis beer!
Geen kasteel van graaf Dracula, maar toch een middag met een Dracula-tintje. In natuurpark “Bucegi” wandelen we naar de Dracula-waterval (Cascada Moara Dracului) via de vallei Gaura (Valea Gaura). Er kabbelt een lieflijk beekje, we komen loslopende koeien met koebellen tegen en genieten van de rust. Maar….we maken één grote fout die ons bijna duur komt te staan. We hebben de speaker met muziek niet aangezet, zodat de dieren ons niet horen aankomen.

Als we op dit pad lopen (links op de foto), horen we vanaf rechts een vreemd gekakel in de struiken. Het klinkt boos en geagiteerd. Ganzen? Een gillend varken? Een roofvogel? Ik kan het niet thuisbrengen en blijf stilstaan. Luca staat dan naast me, ook met gespitste oren. De struiken ritselen.
Wat ik dan zie verschijnen uit de struiken, is zo onwerkelijk en groots, dat het een droom lijkt. Er komt een grote, bruine beer tevoorschijn. En die is héééél boos. Ik denk eerder geschrokken dat wij ineens zo dichtbij hem staan (op nog geen 10 meter). Hij (of zij) voelt zich betrapt.

Zijn aandacht en kakelgeluiden richten zich met name op Luca. Geloof het maar niet dat beren (alleen maar) brommen en grommen. Hij gaat overeind staan (mijn god, meer dan twee meter groot) en staat op scherp. “Luca, kom hier!” roep ik hard en streng. Misschien hoort Luca de angst of paniek in mijn stem, maar hij luistert onmiddellijk en we lopen achteruit naar de bomen en struiken aan de linkerkant van het pad. Daar verstoppen we ons en overleggen we wat te doen. Een beer rent harder, klimt beter en heeft grotere klauwen. We zijn de haas. Op dat moment vrees ik dat we het niet gaan overleven. En vreemd, maar waar, je wordt dan heel rustig en je hersenen draaien op volle toeren.

Eko komt met een goed idee: “Een stukje terug staat een hut.” In de bossen zie je vaak schuilhutten en deze staat op twintig meter afstand. Als we dat redden, kunnen we de deur dichttrekken en maken we een kans. Maar ja, dan moet je dus naar de open ruimte. Slik. Ik sluip voorop en tuur naar de struiken aan de overkant. We redden het. De beer laat zich niet horen of zien. Misschien is hij al weggegaan? Maar vergeet het maar dat Eko nog verder wil wandelen. Met een stok in zijn hand gaan we terug en zien we niets van de Dracula-waterval.

Het klinkt raar, maar ik ben op geen enkel moment echt bang geweest en was ook verder gewandeld als Eko dat ook had gewild. Wel met muziek op uiteraard ;). Ik ben er nog steeds van overtuigd dat mensen gevaarlijker zijn dan dieren en het feit dat we dit overleefd hebben, is toch een bewijs daarvan. Een beetje chillen in de hotelkamer hebben we daarna wel verdiend (zie die hond liggen dan :)).

Natuurgebied “Secular Oaks”
Een picknick in een rustgevende omgeving, daarvoor moet je bij “Reservation of secular oaks” zijn. Het ligt net achter Râșnov, een dorp op een berg waar je met een kabelbaan heen kunt.

Het grote voordeel van deze plek is dat je een goed overzicht hebt en je niet plotseling oog in oog kunt staan met een beer.

Roemenië: Cluj-Napoca

Cluj-Napoca is een grote stad met trolley-bussen. Zoals je van ons gewend bent, kan ik je weinig van de stad laten zien, maar wel van de natuur rondom:

  • Natuurreservaat Râpa Roșie (schitterend).
  • Defileul Căpușului (mooi).
  • Cheile Tureni (spannend).

Râpa Roșie
Een apart natuurverschijnsel, deze rode rotsen. Je kunt er helemaal naartoe lopen om ze ook echt aan te raken. En hoe voelt dat dan? Als warme stenen.

Defileul Căpușului
Een fijn wandelgebied langs een rivier. Het is weekend, dus de lokale Roemenen liggen hier in het water.

Cheile Tureni
We mogen met de hond niet het dal in wandelen. We maken daarom eerst een ronde langs de rivier, waar veel Roemenen begonnen zijn aan de vrijdagmiddag barbecue.

Daarna laten we Luca achter in de auto. Eko wordt zenuwachtig als hij het bord van de “vipers” of “vipera” ziet. Ik ga wel voorop. Naast de “beren-wandelingen” hebben we ook de “viper-tochten”, zoals we ze noemen. Als er namelijk een bord staat, weet je bijna zeker dat je er eentje tegen gaat komen. En ja hoor, ik zie een kleine slang over de weg kronkelen, zonder haast, alsof het de normaalste zaak van de wereld is ;).

Het is een (te) stil dal en we weten dat we niet al te ver kunnen wandelen, omdat Luca in de auto zit. Maar oh, oh, oh, wat was ik hier graag helemaal doorheen gelopen. We lopen onszelf vast tegen een wand waar een bord staat dat alleen technische klimmers verder mogen. Voor Eko geen probleem om om te keren. We maken er steeds grapjes over, de “beren-wandelingen”, maar niet iedereen heeft evenveel vertrouwen dat de wilde dieren ons met rust laten.

Roemenië: Oradea

Eén voor de prijs van drie
In deze stad hebben we geen geluk voor wat betreft het huren van een appartement. Ik boek een woning en word daarna steeds opgebeld door een Deens telefoonnummer. Die neem ik niet op. Hij gaat steeds maar twee keer over en dat duidt meestal op oplichters. Blokkeren die hap. Op de dag dat we naar het appartement reizen, ontvang ik een bericht van de verhuurder. Hij had me proberen te bellen om uit te leggen dat we niet in zijn huis terecht kunnen. Hij was het dus die vanuit Denemarken belde. Maakt niet uit, we boeken wel wat anders. Hij belooft het geld terug te storten. Het volgende appartement dat we boeken is een drama om te vinden. Nieuwbouw, dus nog niet bekend in de navigatie. We zijn letterlijk de eerste huurders en de eerste mensen die er slapen. De verhuurder blijft dat herhalen en is er trots op. Ik had speciaal een huis uitgezocht waar kaartbetaling mogelijk was. “Nee,” zegt de verhuurder, “only cash.” Maar we mogen ook een overboeking via de bank doen. Oké, doen we dat. Ondertussen heeft hij zijn vrouw aan de lijn en die vertrouwt het niet, omdat ze het geld niet binnen ziet komen. De verhuurder maakt stiekem foto’s van ons die hij naar zijn vrouw stuurt. (Dat zie ik later als hij iets op zijn telefoon laat zien aan ons.) We zijn verplicht om alsnog cash te betalen, anders gaat het feest niet door. En oh ja, de hond mag niet binnen. Wat? Daarvoor had ik juist dit huis uitgezocht. We zijn moe, het is zes uur en we hebben er geen vertrouwen in dat we nog iets anders vinden. Dan maar Luca een nachtje in de auto laten slapen (aaaah zielig). Wij hebben er meer moeite mee dan Luca, blijkt achteraf, maar helemaal fijn zitten we niet in het huis. Al met al hebben we dus twee keer betaald voor het huis en de verhuurder belooft het geld terug te storten als het op zijn rekening komt.

Ik houd het vertrouwen dat we niet opgelicht zijn (twee keer) en dat we het geld terug zullen zien. Anders moet ik helaas toch mijn vooroordelen van oplichters en dieven weer activeren ;).

Wat we hier gezien hebben:

  • Crisului Repede gorge (druk).
  • Betfia toren (tammetjes).

Crișului Repede gorge
Een snelstromende rivier dwars tussen kloven. We lopen een stuk over een verlaten spoorbaan en kijken naar de kajakkers en rafters. Oh, dat had ik ook wel willen doen. Jammer dat we niet genoeg tijd meer hebben en dat we Luca bij ons hebben. Dat maakt het toch altijd wat lastiger om dingen te doen. Het is hier zowel op als rondom het water erg druk.

Betfia toren
Op zondagochtend ontbijten we bij de Betfia toren, waar je kunt kijken naar Hongarije, onze volgende bestemming. Omdat we zo vroeg zijn, is er nog niemand, maar de parkeerplaatsen, prullenbakken en toiletten verraden dat het heel druk kan zijn.

Algehele indruk van Roemenië


Vanaf de grens met Bulgarije is het landschap vlak, vlak, vlak (net als Nederland) en saai, saai, saai (net als Nederland). Je moet in Roemenië iets meer op zoek naar de mooie gebieden dus.
Net als Bulgarije hoef ik niet meer terug naar Roemenië. Een Nederlands stel dat we tegenkwamen toen we nog moesten starten aan deze week, beloofde ons dat we heel veel moois zouden zien. Ik vond het tegenvallen. Of zouden ze de beer hebben meegerekend?

Update Luca

In Bacău zijn asiels te vinden waar zwerfhonden heen worden gebracht en van waaruit ze via allerlei stichtingen worden aangeboden aan onder andere Nederland. Daar zat Luca tot zijn vierde levensmaand. We hadden helaas geen tijd meer om naar Bacău te gaan, maar de verwachting was dat dat ook niet nodig zou zijn. Dat we in het hele land zwerfhonden zouden zien. Nou, mooi niet. Geen enkele zwerfhond gezien. De honden die we wel zagen, zaten netjes opgeborgen in achtertuinen en in hokken. Ze worden nooit uitgelaten en zitten de godganse dag te blaffen. Dit zet je wel aan het denken. Zijn we niet in de gebieden geweest waar wel zwerfhonden zijn? Of is het een manier om geld te verdienen voor die stichtingen en worden de honden bewust gefokt voor verkoop aan Nederland? Vijfhonderd euro voor een hond is namelijk een hoop geld voor Roemenen.

Hoe was het voor Luca om terug te zijn in zijn geboorteland? We hebben geen herkenning gezien bij hem. Of angst. Of wat dan ook voor emotie. Het enige dat ons opviel, en dat gold zowel voor Roemenië als Bulgarije, was dat hij de honden in die landen beter leek te begrijpen. Het contact was vriendelijker en speelser.


We zijn klaar voor Hongarije, Slowakije, Tsjechië en Duitsland! Dat wordt de laatste week.