Route 77 – Week 2

Noord- en Midden-Italië zijn aan de beurt. We starten in Zuid-Tirol in de plaatsen Rablà en Chienes (of Rabland en Kiens voor de Duits geörienteerden onder ons).
Venetië stond eigenlijk op ons lijstje om na Zuid-Tirol te bezoeken, maar slaan we over. Vanaf eind april betaal je entree en op zich is dat nog niet een probleem, maar wel de achterliggende reden hiervan: drukte!
In de plaats daarvan overnachten we in Bologna, ter overbrugging naar San Marino en de Rivièra del Conero (Ancona).

Italië – Zuid-Tirol

Wat een aparte provincie is Zuid-Tirol! Letterlijk, want ze hebben een autonome status en mogen afwijken van de regels die Italië stelt. Friesland en Limburg zouden hier jaloers op zijn, maar als je even in de historie duikt, ontdek je dat het allemaal niet rozengeur en maneschijn is (geweest). Maar goed…daar merken wij verder niets van en genieten van deze bestemming, met als activiteiten:

  • Waalweg in Rablà (wel aardig).
  • Schrijfmachinemuseum in Partschinen (leuk als je van schrijfmachines houdt ;)).
  • Waterval van Partschinen (mooi).
  • La Grande Strada delle Dolomiti (beroemde autoweg, valt tegen).
  • Lago di Braies (Pragser Wildsee, zeker doen).
  • Piramidi di Terra a Perca (wonderbaarlijk natuurverschijnsel, mooi).
  • Mühlener Klammweg (lekker aftands).

Waalweg in Rablà
Van onze hostess krijgen we de “opdracht” om in de dalen te blijven. Bovenin de bergen ligt nog veel sneeuw en het is verraderlijk met die schuivende sneeuwmassa’s. Eko heeft hier wel oren naar en vraagt of de wandelpaden in het dal vlak zijn. Ja, dat zijn ze. We lopen de Waalweg. “We zouden toch vlak lopen?” zuchten en steunen we. Voor alpiene begrippen is het vlak, voor ons Hollanders niet :). Een aardige route, maar ik zou er niet voor omrijden.

Schrijfmachinemuseum
Zuid-Tirol is goed geregeld voor toeristen. Zo ontvang je een gastenpas waarmee veel dingen gratis toegankelijk zijn, zoals museums en het openbaar vervoer. Dat gaat niet met onze hond (in het ov moet hij een muilkorf dragen en dat willen we hem niet aandoen). We laten Luca daarom een paar uurtjes achter in het appartement en bezoeken het schrijfmachinemuseum. Daar moet ik als schrijver toch heen! Al helemaal omdat ik heb leren typen op een schrijfmachine. Het is een heel leuk, kleinschalig museum met als hoogtepunt toch een nieuwe technologie: de virtual reality bril waarmee je de uitvinder van de schrijfmachine volgt in zijn ontwikkeling van de eerste schrijfmachines (hij kwam uit Partschinen). Beetje jammer dat het eerste prototype van de schrijfmachine in het museum van Wenen staat ;).

Waterval van Partschinen
Dit moest een “ochtendwandelingetje” worden, nog voor het ontbijt even heen en weer. Godzijdank hebben we nog wel een thermosfles koffie meegenomen en Luca eten gegeven, want het gaat uiteraard anders dan gepland. “Het schijnt dat Nederlanders geen hoogtes in kunnen schatten,” zegt Eko vlak daarvoor nog. En ook geen afstanden met hoogteverschillen, sjongejonge. Om tien uur gaan we de deur uit en na 3 uur lopen zijn we pas bij de waterval, met het zweet op onze ruggen. We willen ons niet laten kennen en omkeren is geen optie. Eko vergaat inmiddels van de honger en vindt nog een oud stuk brood in de rugzak. Pas om 15.00 uur kunnen we ontbijten. Gulzig is wel een passend woord als je ons ziet eten ;).

La Grande Strada delle Dolomiti
Van deze weg heb ik hoge verwachtingen. In de reisgids staat het omschreven alsof je overspoeld wordt door watervallen, steile kliffen, passen en absurde rotsformaties. Nou, wij vinden hem “tammetjes”, het stuk dat we rijden van Bozen naar Canazei.

Wat veel imposanter is, is de weg vanuit Zwitserland naar de grensovergang met Zuid-Tirol. Aan de kant van de weg staan bij parkeerplaatsen prullenbakken die “berenproof” zijn. We maken al plannen wat te doen als we een beer tegen gaan komen tijdens een wandeltocht. Spoiler: al wat we zagen waren een salamander, eekhoorn en konijn. We hebben dus geen beren op de weg gezien ;).

Lago di Braies (Pragser Wildsee)
In de reviews op internet lezen we dat je om 9.00 uur naar het meer moet gaan als je niet file wil lopen. Wij om 7.00 uur de wekker gezet en voor negenen zijn we al in de rust. Eerst maar een ontbijtje en dan om het meer heen wandelen. Het levert mooie, bijna onechte plaatjes op. Er is een verbod op schreeuwen, geluid draagt daar heel ver. Rond 9.45 uur horen we vanaf de andere kant van het meertje geschreeuw. Zijn daar de toeristen al? Ja hoor, de bussen met slenteraars, strandgangers met selfiesticks en Instagram poseerders mogen een kwartier de bus uit. Snel wegwezen!

Piramidi di Terra a Perca
“Ik weet het niet, hoor,” zegt Eko. “Die rotsen bovenop die pieken, dat kan toch helemaal niet? Is dat wel natuurlijk of hebben ze die er met hijskranen opgelegd voor de toeristen?”
Google is your friend. We zoeken het op en het blijkt toch wel een echt natuurverschijnsel te zijn. Heel simpel gezegd zijn de stenen er niet op gelegd, maar is de onderkant weggespoeld. De rotsblokken vormen een beschermende kap en daaronder blijft het gesteente staan. Best een leuke tocht, als tussendoortje. Niet al te zwaar, maar wel veel klimmen.

Mühlener Klammweg
Deze is niet toeristisch en daardoor een beetje lastig te vinden, maar ontzettend spannend! Het was de eerste toeristische trekpleister van de regio en het gehele traject is al enige tijd in verval. Daar kijken we wel doorheen en overheen (over de afgebrokkelde stukken rots die het ravijn blootleggen).

Heel typisch als we op een afgesloten stuk wandelpad stuiten. Er is een enorm rotsblok op het pad gevallen die de weg verspert en het bruggetje erachter staat op instorten.

Algehele indruk van Zuid-Tirol
Een uitstekend gebied voor toeristen. Rondom Rablà zijn veel wandelaars te vinden en hoor je overal om je heen Duits, ook van de inwoners. Rondom Chienes zijn de wandelpaden een ondergeschoven kindje en zijn het vooral de fietspaden die overheersen. Hier spreken ze meer Italiaans dan Duits. De Dolomieten zijn echt de moeite waard en er zijn zoveel mooie bergpassen met sneeuw dat je de tel kwijtraakt (en ook je richtingsgevoel).

Italië – Bologna-Nord

Het is 29 april, onze jubileumdag: we kennen elkaar 6 jaar. Dat moet gevierd worden met een etentje! Eko kiest de Tomahawk, een biefstuk, en vraagt om 250 gram. Nee, dat kan niet. Het stuk is 1,2 kilogram. Wat?? Is dat niet te veel? Nee, verzekert de Italiaanse ober, zeker niet. Nou, dat vertrouwen we dan wel. Het is immers niet een Amerikaan die het zegt ;). Maar toch….een biefstuk van 54 euro is wel aan de prijs voor een restaurant dat verder relatief goedkoop is. Als ik de salade bestel, krijg ik commentaar van de ober dat de salade echt mega is. Niet te doen, bedoelt ze. Nou, doe toch maar wel. (Achteraf blijkt de Tomahawk overdreven veel en moet ik stukken mee-eten en is de salade prima te doen.)
De Tomahawk wordt gebracht en de kok komt het vlees snijden (en neemt daar uitgebreid de tijd voor). Het ziet er een beetje rauw uit. Eko wil net wat op zijn bord doen, als er weer iemand anders een tafeltje naast ons neerzet met daarop een stenen plaat. Je moet het vlees dus zelf bakken, wat leuk!

Ons hotel in het noorden van Bologna ligt in een vervuilde, verwaarloosde wijk. Niet helemaal fijn om de auto onbeheerd neer te zetten (met bijna al onze spullen erin). Alles in die omgeving is vergane glorie, zo ook het wandelpad door het park Lungo Navile. Het kanaal werd gegraven in 1200 (!!) en was een belangrijke handelsroute tussen Bologna en Venetië. Zo zonde om zoiets verloren te laten gaan.

De volgende ochtend word ik wakker met de gedachte welk ruitje ingeslagen zal zijn van de auto. Het eerste wat Eko vraagt na zijn gebruikelijke “hey schatje” is of de auto er nog staat ;). Maar niets gebeurd en snel weer op pad.

Algehele indruk van Bologna
In Noord-Bologna moet je niet zijn! Het schijnt dat de stad verder supermooi is, maar niets van gezien.

SAN MARINO – De stad

Onderweg naar de Rivièra del Conero pakken we een dagje San Marino mee. Nooit geweest, nooit in verdiept, ook eigenlijk geen idee waar het lag (schaam, schaam). We kennen het alleen van de 10-0 die het Nederlands elftal heeft afgetikt tegen dit kleine land. Het wordt meteen duidelijk waarom die gasten niet kunnen voetballen: er is geen vlak stukje grond te vinden ;).
We parkeren onderaan de berg, nog voor de stad, en wandelen omhoog via het pad Costa dell’Arnella. De meeste mensen kiezen voor de kabelbaan of parkeren helemaal bovenin de stad.

In het centrum slaan we sigaretten en parfum in (taxfree) en bestellen we ijs bij een “gelateria”, maar die zeggen geen ijs te hebben. Huh, hoe dan? Wat dan wel? We kunnen kiezen uit twee papjes: citroen of koffie voor 7 euro. Het lijkt op slush puppie, maar smaakt naar gesmolten ijs.

Je wordt dood gegooid met kastelen en burchten. Staand op een burcht, zie je alweer de volgende. En de volgende. En zelfs gebouwen die geen burcht zijn, hebben er wel iets van weg. Pittoreske straatjes en alles absurd goed onderhouden. Je ziet dat er geld zit in San Marino. Alles behoort tot UNESCO werelderfgoed.
Lang kun je niet blijven staan kijken bij een burcht, want overal waar groen is, zijn hinderlijke zwermen vliegjes. En dan niet tien, maar echt duizenden. Als je even stil blijft staan, heb je zwarte haren van de vliegen! Als we een uur later bij de auto terugkomen, moeten we nog steeds vliegjes wegplukken uit kleding en haren.

Algehele indruk van San Marino
Doen! Ik was een beetje huiverig van tevoren of het niet overspoeld zou zijn door toeristen, maar dat viel in het voorseizoen wel mee. Ik kon niet ophouden met fotograferen, zoveel moois is er te zien.

Italië – Rivièra del Conero

Volgens een van de reisgidsen is de streek rondom Ancona een aanrader. Ik heb zo mijn bedenkingen, omdat het vlakbij Rimini ligt en ik daar associaties mee heb van de Costa Brava. Maar goed, ik vind het heerlijk als mijn vooroordelen worden weggepoetst, dus kom maar op! We kiezen slim voor een (luxe) appartement mét wasmachine, want inmiddels hebben we drie grote zakken was. En de onderbroeken raken op ;).
Het vinden en binnentreden van het appartement is niet eenvoudig. Google Maps stuurt ons naar een kruispunt met alleen bedrijven en een station. De straat klopt, maar het huisnummer vinden we niet. Shit, zijn we opgelicht? Ik denk altijd meteen het ergste. We blijven heen en weer rijden (en ook lopen, want soms zie je dan net iets meer). Tot we op het lumineuze idee komen om de navigatie van de auto te gebruiken. Die stuurt ons naar een andere locatie, 10 minuten verder rijden.
Nou, eind goed al goed?
Bijna. Het duurt nog een poos voordat we de eigenaar te pakken krijgen om ons binnen te laten. Hij stuurt foto’s wat we moeten doen en als een echte speurtocht gaan we op zoek naar een kluis waarin de sleutels liggen. Altijd weer spannend of het lukt. Het gaat pas goed na de tweede poging, als de eigenaar erachter komt dat hij de oude code heeft doorgegeven, maar er zit meer tegen. Het luxe appartement heeft geen internet, de keuken staat steeds blank door een verborgen lekkage en meerdere elektrische apparaten aanzetten zorgt voor het compleet lam leggen van de stroom. Maar alles went ;). Gewoon een paar keer vloeken als je weer natte sokken krijgt in de keuken of niet kunt koken, omdat de wasmachine nog staat te ratelen.

Wat we hier gedaan hebben:

  • Wandeling op de monte Conero, naar de Passo Lupo (druk).
  • Numana (leuk).
  • Wandeling Scalaccia (de moeite waard).
  • Ancona (weinig van meegekregen).

Wandeling naar de Passo Lupo
Wat kan ik hierover zeggen? Door de drukte hebben we minder kunnen genieten van de uitzichten. Mensen leiden toch heel erg af van de natuur ;). Pas voorbij het “kinderen- en bejaardenpad”, daar waar het echt gevaarlijker wordt en we met handen en voeten moeten klauteren, haakt iedereen af en zijn we ineens in de rust. Helaas kunnen we het pad niet helemaal af lopen, omdat het voor Luca te gevaarlijk wordt. Er hangen touwen aan de rotsen, maar onze hond is geen Tarzan. We hebben zelf te weinig houvast om hem te tillen.

Numana
Als we later in het dorp Numana rondkijken, zien we in de verte de berg waar we hebben gewandeld. Ook vanaf het strand kun je weer klimmen naar boven en heb je mooie uitzichten.

Wandeling Scalaccia
Deze wandeling lopen we na 16.30 uur en dat blijkt een goede keuze. De drukte is weg en we komen niemand tegen. We houden ons hart vast, want vanaf de auto zijn we alleen maar aan het afdalen. En steil! We weten wat dat betekent…

Toch blij dat we doorzetten. Een fijne “avondwandeling”.

Ancona
Waarom mislukken al die stedentripjes bij ons steeds? Zürich, Bologna: niets van gezien. We kunnen Ancona aan het rijtje toevoegen, hoor. Wij het goede plan om met de trein te gaan. We zitten immers vlakbij een station.

Hier begint het al. Ziet dit eruit als een station? Ingeklemd tussen twee huizen vinden we deze “buis”. Ja, hij komt uit bij de sporen.
Maar waar zijn de kaartautomaten? We vinden één stempelautomaat, maar zonder display. Dat kan het niet zijn. De trein komt over vijf minuten en gaat niet elk half uur, dus we moeten snel zijn. Online blijkt het heel lastig om een ticket te kopen. Als ik eindelijk alles heb ingevuld en wil betalen, geeft de site een foutmelding: “Je kunt niet 5 minuten van tevoren nog een kaartje kopen,” is de strekking. Dat meen je niet!

Ik blijf driftig zoeken naar een manier. De app downloaden, proberen. Niets. “We gaan gewoon zitten,” zegt Eko koelbloedig. Wat? Zwart reizen? Dat heb ik al sinds mijn pubertijd niet meer gedaan. Ik neem me voor om een conducteur aan te spreken. “Die is er vast niet,” zegt Eko. En hij heeft gelijk. We gaan zitten, fingers crossed, en komen als echte criminelen aan in Ancona :).

Tegenvaller nummer twee en drie. Als we naar het centrum lopen, duurt het wel heel lang voordat we uit de multiculturele buurt zijn. Jemig, de migranten worden hier ook allemaal bij elkaar gepropt. Ik kijk op Maps en zie dat het een half uur lopen is! Welk station ligt er nu een half uur lopen van het centrum? Pffff. Laten we in het park even gaan zitten. Maar wat denk je? Niet toegankelijk voor burgers. Het is geclaimd door militairen.

En dan begint het ook nog te regenen. Hard. Tegenvaller nummer vier alweer. Voordat we goed en wel in het centrum zijn, zijn we al doorweekt. “Laten we een warenhuis binnengaan. Beetje shoppen en een kopje koffie doen.” Ahum. Er is geen warenhuis. Waar zijn de winkels überhaupt?
We lopen tegen buslijn 44 aan en weten dat die ook naar ons station gaat. Zullen we maar? We kunnen vast wel bij de chauffeur een kaartje kopen. Hahahaha, mooi niet. Die zit veilig achter dubbele wanden. We gaan gewoon zitten en reizen weer zwart. Ik voel me wel schuldig en probeer de hele rit (20 minuten) te achterhalen hoe we aan een kaartje kunnen komen. De websites zijn echt slecht en iedere keer als ik denk dat ik er ben, word ik doorgeleid naar een hotelketen om meteen ook een overnachting te boeken. Laat maar. Dat openbaar vervoer sla ik voortaan wel over ;).

Algehele indruk van Rivièra del Conero
De hele streek is vooral gericht op strandliefhebbers en niet op wandelaars. De wandelpaden worden niet (meer) onderhouden, zo lijkt het althans, en het is goed zoeken naar een mooie wandeling. Als je er dan één gevonden hebt, ben je meestal niet de enige. Niet een streek waar ik ooit terug zal komen. Helaas klopte mijn vooroordeel.

En Luca?

Hoe vindt onze hond het tot nu toe? Ondanks dat hij de auto haat, gaat hij graag mee om te wandelen. Bij thuiskomst is het altijd eten en snurken ;).