Route 77 – Week 9

In week 9 zitten we nog altijd in Griekenland. “Moeten jullie niet richting huis gaan?” vraagt mijn dochter als we appen dat we op een camping op het eiland Evia zijn aangekomen. Tja, de terugreis. Het was al aan ons gaan knagen. We hebben nog 3 weken voor de boeg, maar weten dat we ook nog zo’n slordige 27 uur moeten rijden naar Capelle aan den IJssel. Met maximaal 3 uur per dag ben je al gauw 9 dagen onderweg. We doen voorlopig nog even “struisvogelen”. Kop in het zand en we zijn op vakantie :).

Waar we deze week geweest zijn:

  • Eiland Evia, in de plaats Eretria (zuidelijkste stip op de kaart).
  • Berg Olympus, in de plaats Litochoro (middelste stip op de kaart).
  • Halkidiki, in de plaats Fteroti (meest rechtse stip op de kaart).

Spreek Fteroti eens hardop uit. Hoor jij hier ook “verdorie” in? Verdorie, dit is echt met stip een pechweek met maar liefst 24 incidenten.
PECHGEVAL nummer 1, BROEK KAPOT: Eko scheurt uit zijn korte broek tijdens het aankleden. Hij blijft haken met zijn voet, verliest zijn evenwicht en trapt zijn eigen broek kapot. Wel komisch gezicht, maar ik lach niet, hoor ;). PECHGEVAL nummer 2, SCHOEN KAPOT: Eko’s bergschoen begeeft het. Dan moet je op zoek naar nieuwe schoenen, maar zijn outdoorzaken of sportzaken schaars en alleen in de grotere steden te vinden (op minimaal twee uur rijden van de kleine plaatsen waar wij zitten). Uiteindelijk wel gelukt, maar toch ook weer zonde van de tijd. PECHGEVAL nummer 3, WATERKOKER KAPOT: De waterkoker stopt ermee. Voor ons is dit het meest cruciale voorwerp van de vakantie, omdat we veel koffie en thee drinken en elke ochtend een paar thermoskannen heet water vullen om de dag door te komen. Op de gasbranders duurt het voor je gevoel uren. Voor elektronicazaken geldt hetzelfde als voor sportzaken: ver weg en minimaal aanbod. Het zijn voorbodes en het wordt er niet beter op. PECHGEVAL nummer 4 tot en met 24 lees je in de tekst hieronder.

Eiland Evia

Het eiland Evia stond van tevoren niet op mijn lijstje om te bezoeken. Maar omdat we een afstand te overbruggen hebben tot aan de berg Olympus, is dit een plek waar we toch een kijkje nemen. Ik snap wel dat het niet op mijn lijstje stond. Het is op veel fronten totaal niet mijn vakantiebestemming. (Ik wilde zeggen dat het ´een grote scam is, maar dat is misschien een iets te hard oordeel.) Waarom het tegenviel, staat in de paragraaf “algehele indruk”, maar oordeel eerst zelf aan de hand van de dingen die we hebben gezien:

  • Strand van Politikon (zwemmen in de Botlek!).
  • Archeologische opgravingen in Eretria (wel aardig).
  • Canyon van Kampia (waar is ie dan?).
  • Dirfy’s trail (mooi).
  • Dirfy’s waterval (wel aardig).
  • Myceense tombe van Katakalou (wel aardig).
  • Strand van Korasida (mooi zandstrand).
  • In dorp Kipi: boom van 2700 jaar oud (leuk) en bron van Tipiti (laat maar).

Strand van Politikon
PECHGEVAL nummer 4, OMGEVING OM TE JANKEN: We rijden het eiland op bij Chalkis en ik kan wel huilen. Hoe afschuwelijk! Chalkis (of Chalkida) is een smerige stad waar je snel doorheen wil rijden. Dat doen we ook, in de hoop dat het daarna betoverend mooi wordt. Het is tot aan Politikon één grote, smerige bende. De stranden zijn lelijk en vervuild. Van een strand kun je amper spreken trouwens. Het is een smal strookje stenen. Er staan grote fabrieken waarvan je weet dat ze troep in de zee lozen. Het voelt voor mij als zwemmen in het Botlek-gebied. No way dat ik hier het water in ga. No way dat ik hier ga genieten.
PECHGEVAL nummer 5, CAMPING ONGESCHIKT: Dan kom je tegen vijven aan op de camping, moe en hongerig van de reis, terwijl je weet dat je in de bloedhitte nog een tent op moet zetten op een plek waar je eigenlijk niet wil zijn. Je klopt op de deur van de receptie en dan blijkt dat je de campingbaas wakker maakt. Hij ligt daar in zijn onderbroek te slapen. Sorry, excusi (hoe zeg je dat in het Grieks?). Vervolgens kun je kiezen tussen een plaats op harde kiezelstenen of een plaats op harde kiezelstenen. Op asfalt kamperen vertik ik. (En Eko gelukkig ook.) We hebben echter geen plan B. Om bij te komen gaan we op een troosteloos bankje zitten, op het troosteloze strand en zoeken op de kaart waar we heen kunnen. Op goed geluk toch maar een andere camping proberen, een uur rijden richting het zuiden.

PECHGEVAL nummer 6, FLINK OMRIJDEN DOOR ZINKGAT: We zijn halverwege (alle drie verlept als dode plantjes) als we een berg zand op de weg zien. Kunnen we eromheen? Nee. Doorrijden? Hmm, geen goed plan. We kijken op de kaart voor een andere route, maar die is er niet, behalve helemaal terug naar Chalkis. “Wacht, misschien kan ik wat weg scheppen.” Ik stap uit en tot mijn schrik zie ik een echt zinkgat (sinkhole). Er is links gewoon geen weg meer. De berg zand is neergelegd ter waarschuwing. Oké, je zou dit ook als een gelukje kunnen zien (ik zag in gedachten de wielen van de auto al in het gat hangen), maar we balen flink dat we nog eens 90 minuten moeten rijden in plaats van de beloofde 30 minuten.

Archeologische opgravingen in Eretria

Gratis toegankelijke bezienswaardigheden. Dat is altijd leuk. Niet vanwege het geld overigens, maar omdat het dan zo lekker ongeorganiseerd is. Je bent vrij om rond te lopen (en zelfs over de stenen heen), het is altijd rustig en je voelt je een klein beetje een archeologische ontdekkingsreiziger. Er is heel wat blootgelegd in het dorp, ook tussen woningen in.

Stukken waar ze mee bezig zijn, zijn afgedekt. Toch jammer dat je er niet onder kunt kijken. De eerste gedachte is dat ze het doen om je nieuwsgierigheid te prikkelen, zodat je een keer terugkomt als het klaar is. Maar de saaie reden is waarschijnlijk beschermen tegen beschadiging totdat ze alles gecategoriseerd en beschreven hebben.

Canyon van Kampia

PECHGEVAL NUMMER 7, ROUTE ONVINDBAAR: Op internet vind ik een wandelroute met wel een heel bijzonder startpunt. Vorige wandelaars hebben twee bergjes van stenen gemaakt en daar stokken in gestoken. Tussen die twee punten kun je afdalen naar de rivier en door de canyon wandelen. Spannend! Dat willen we wel. Haha, we hebben ons rot gezocht naar die klotepaaltjes. We dalen uiteindelijk op goed geluk af naar de canyon, maar lopen al snel vast. Deze kun je dus maar beter overslaan.

Dirfy’s trail

PECHGEVAL nummer 8, HITTEGOLF BOVEN DE 40 GRADEN: Door de aanhoudende en oplopende hitte, kunnen we niet de wandeltochten maken die we van tevoren bedacht hadden. Het is zo heet, dat het onverantwoord is om grote tochten te voet af te leggen. In de buurt van de berg Dirfy zijn stroompjes, watervallen en wandelpaden te vinden. We kiezen S2 en hopen dat deze langs de rivier blijft, in de schaduw en lekker vlak. Al gauw is het echter klimmen in de zon. Na 45 minuten klimmen keren we om. Het is te zwaar.

Wel jammer, want het is ontzettend mooi en zo leuk dat we steeds schildpadden tegenkomen.

Een alternatief bedenken dus. Ik maak iedereen altijd heel blij als ik zeg dat we “gaan wandelen met de auto”. Geen uitputtende tochten, geen natte ruggen. Wandelen met de auto betekent rijden naar een bezienswaardigheid en hooguit een kwartier lopen vanaf de auto naar de bezienswaardigheid.

Dirfy’s waterval
PECHGEVAL nummer 9, DE “BINNENDOOR” ROUTE IS 4 KEER LANGER: We rijden over een zandpad tegen een berg op. Als we nog twee bochten moeten volgens de kaart, zien we rechts een wandelpad de bossen in gaan. Dat is handig! Het is nog geen 200 meter, dat kunnen we wel lopen. En het is bovendien in de schaduw. We parkeren de auto. Vanaf dat punt is het 20 minuten lopen over het zandpad, dus binnendoor zijn we er misschien al over 10 minuten. Noteren jullie fout nummer één? In de bergen kloppen de afstanden NOOIT. We komen na 90 minuten pas bij de waterval aan. Anderhalf uur!!!
PECHGEVAL NUMMER 10, MARKERINGEN VAN WANDELPAD WEG: Gelukkig zijn we zo verstandig geweest om wel onze bergschoenen aan te trekken, want de markeringen zijn na een uur lopen wel verdwenen en is het echt off-road wandelen. (De markeringen zijn rood-wit gestreepte linten die ze aan boomtakken knopen.) “Nog maar 1 minuut lopen volgens Google Maps,” houd ik de moed erin. “Ja, zeker jouw iPhone minuten weer.” En inderdaad, we lopen en lopen maar. Nou ja, lopen…

Het is klimmen over takken, stenen en dwars door de struiken heen beuken. We zitten onder de schrammen. Respect voor de bosdieren, zeg. En dan zit je zo diep en verstopt in de bossen, dat je eindelijk een familie everzwijn ziet. Ze schrikken van ons. De kleintjes (nog leuk gestreept) rennen vliegensvlug naar rechts de berg op, terwijl de grote everzwijnen wachten en ons afleiden door naar links te rennen. Ja dag, daar trappen we toch niet in? Voor straf zouden we naar rechts moeten gaan, achter de kleintjes aan ;). Ze hebben geluk dat we dierenvrienden zijn en geven hen een fikse voorsprong voordat we verder lopen. Voor de zekerheid maken we extra veel herrie (en houdt Eko een stok vast). Ik moet altijd denken aan het motto van mijn vader: “Liever blode Jan dan dode Jan!”
Na ruim een kwartier zijn we dan eindelijk bij de waterval. Even wassen en op zoek naar het zandpad. Dat volgen we terug naar de auto en is inderdaad 20 minuten lopen. Langs het pad zien we ook nog een boommarter.

Myceense tombe van Katakalou
We hebben de gave om bezienswaardigheden via de “achterkant” te benaderen. Het nadeel daarvan is dat je de auto over een onmogelijk pad stuurt, lastig kunt parkeren (want de boer moet er met zijn trekker nog langs kunnen), altijd door struikgewas moet wandelen en het in eerste instantie niet kunt vinden. Ook deze tombe. Eko moppert weer eens over “de iPhone-minuten” die nooit kloppen. Het zou maar 15 minuten lopen zijn, maar het worden er meer. Luca rent achter ons aan van schaduw naar schaduw en zijn tong hangt inmiddels tot op de grond. We geven hem steeds water, maar hij smeekt om een airco.

Als we bij het vlaggetje zijn op de kaart, zeg ik: “Hij moet hier links zijn, maar op internet staat er een groot, bruin bord bij.” Pfff, gelukkig zien we dan toch een deur. Zou dit hem zijn? Waar is dat bord dan? Vijftig meter verder staat het bruine bord, voor de toeristen die wel snappen hoe je hier komt ;).
We durven de tombe niet in te gaan, omdat hij op instorten lijkt te staan. (Ik kom er tenminste voor uit, Eko zegt dat hij hem niet zo nodig van binnen hoeft te zien.) Wel ontzettend mooi.

Strand van Korasida
Wat doe je bij ruim 40 graden? Juist, even dippen in de zee. De stranden van Evia worden alom geprezen, maar wat wij tot nu toe gezien hebben valt tegen. Daarom een strand aan de andere kant van het eiland opzoeken: Korasida. Het heeft een breed, lang zandstrand zonder schaduwplekken. We hebben het geluk (hoe cru ook) dat het terras van een huis is ingestort en we daaronder in de schaduw kunnen zitten. Dit is wel een fijn plekje!

Kipi: boom van 2700 jaar oud en bron van Tipiti
De oude olijfboom is indrukwekkend, de bron van Tipiti is niet meer dan een bankje bij een kraan.
De olijfboom lijkt tien stammen te hebben. De apostel Paulus zou onder deze boom uitgerust hebben. Ook een vreemd verhaal trouwens. Eerst jaagt hij jarenlang op christenen om ze te vermoorden, daarna bekeert hij zich tot het christendom en reist hij over de wereld om mensen over te halen ook christen te worden. Hij heeft een groot aandeel gehad in het schrijven van het Nieuwe Testament, maar heeft Jezus nooit ontmoet.

Het zet je toch weer aan tot denken. Hoe weten ze dat hij hier heeft gezeten? Waarom vereren mensen iemand die blijkbaar zijn eigen mening op wilde dringen aan anderen (zowel voor als na zijn bekering)? Hoe betrouwbaar kan het Nieuwe Testament zijn als hij Jezus niet eens heeft gekend? Wat heeft deze oude olijfboom allemaal nog meer meegemaakt?

Algehele indruk van Evia
Het midden van Evia heeft geen indruk om me gemaakt. Waarom ik het tegen vind vallen:

  1. Ten eerste vind ik het geen eiland, omdat je er zonder problemen met de auto heen kunt rijden.
  2. Daarnaast is het aanbod aan campings zééér minimaal en teleurstellend. Gesloten, alleen op asfalt kamperen of druk.
  3. Er zijn weinig wegen, dus je kunt het uitkammen van het eiland wel vergeten.
  4. De omgeving die wij hebben gezien, is bijna niet de moeite waard om over te schrijven. Het zuidelijke deel van het eiland schijnt erg mooi te zijn, maar daar kan ik niets over zeggen.
  5. In de weekenden wordt het eiland overspoeld door Atheners. Natuurlijk, zij willen de vieze stad ook graag ontvluchten, maar het is wel ineens een hele invasie.

Regio rondom berg Olympus

Volgende bestemming graag! Litochoro is een alleraardigst (berg)dorpje. We hebben een appartement in een villa en weer het rijk alleen. Een enorme tuin, een poort met afstandsbediening en ook leuk dat wij als Capellenaren een eigen kapel in de tuin hebben ;).

Iedere ochtend worden we stipt om 8.00 uur gewekt door de legerbasis, recht tegenover ons. Voor mij prima, ik ben dan al wakker. Maar je zou maar uit willen slapen ;).

Hoe soldaten worden gewekt.

Wat we hier gedaan hebben:

  • Nationaal park ‘Salt pans of Pydna’ (bejaarden zien dobberen).
  • Litochoro watervoorziening (leuke, korte wandeling).
  • Epineas gorge (de goden van de berg Olympus boos gemaakt, want we zijn weg geregend).

Salt pans of Pydna
Ik heb niets met zout, maar word nieuwsgierig dat er een nationaal park bestaat waar zout wordt gewonnen. Even een kijkje nemen dus. Er is een klein strand en je ziet de hele tijd mensen heen en weer lopen in badkleding tussen het strand en een zoutmeer dat er net achter ligt. Als je graag bejaarden ziet drijven als visdobbers, dan is dit the place to be voor jou!

Litochoro watervoorziening
Vanuit het dorp is een eenvoudige wandelroute aangelegd naar een natuurlijke watervoorziening. Geschikt voor kinderen, maar pas op: het is er smal en er zijn veel wandelaars. Wil je iemands zweet niet ruiken, ga dan niet hierheen ;).

Tijdens deze wandeling zie ik dat een steiler bergpad over rotsen is afgesloten. “Vanwege kapotte bruggen is de E4-route afgesloten tot aan Prionia”. Hey, is dat niet die wandeling die ik op het oog heb? Nou ja, zien we morgen wel.

Epineas Gorge
Op de berg Olympus woonden de goden van de oude Grieken. Ik snap nu waarom. Wat een onheilspellende berg is dit. Met toch wel wat alpiene ervaring, heb ik van tevoren opgezocht hoe de weersomstandigheden op de berg zijn voor deze dag. De temperatuur blijft constant tot ’s avonds en er kan een drup vallen (0,1 millimeter). Dat overleven we wel. Een aantal uren later ben ik daar niet meer zo zeker van ;).
Onze wandeling start bij het klooster Saint Dionysios en vanaf daar willen we naar Prionia wandelen. Met een beetje mazzel hebben we dan geen last van de kapotte bruggen, want die zijn (denk ik) richting Litochoro. We vertrekken met ruim 30 graden uit het dorp. Op nog geen 15 kilometer in het binnenland is de temperatuur al gezakt tot 22 graden. Prima, lekker fris!
PECHGEVAL nummer 11, VERKEERD WANDELPAD:
We hebben weer moeite om het startpunt van de wandeling te vinden. De beschrijving die ik gevonden heb, klopt van geen kanten en ook andere toeristen vragen ons hoe ze bij de “holy cave” moeten komen. We hebben even daarvoor twee nonnen af zien dalen en één plus één is twee. Maar die kant moeten wij niet op, dus we kiezen het pad dat naar de andere kant gaat. Dat is vergissing nummer één. Het is een fikse, lange klim en als ik halverwege tegen Eko zeg dat we waarschijnlijk verkeerd zitten, zegt hij: “Ik keer niet meer om, ga maar door.” We komen een Engels echtpaar tegen. Zij hebben dezelfde vergissing gemaakt als wij, maar keren toch maar om. “Zullen wij ook maar teruggaan?” vraag ik aan Eko. De Engelsen grijpen in. “Nee, doorgaan, het is echt heel erg mooi verderop.” Goed dan, we gaan door. Ik wil altijd graag weten waar we zijn en via de website Alltrails (echt een aanrader) vind ik de route die we lopen. Slik. Dit is een zware, lange route. Maar het goede nieuws is dat we wel een rondje kunnen lopen. Dat we voor Luca niet genoeg water mee hebben genomen, daar denk ik liever niet aan. We zouden langs de rivier blijven en het idee was dat hij uit de rivier kon drinken. Luca moet dus meedrinken uit onze flessen.
PECHGEVAL nummer 12, ZEIKNAT: Het begint te druppen als we bijna op de helft zijn. Fijn, een beetje regen. Maar daar blijft het niet bij. We lopen een tijdje redelijk droog onder het bladerdek, maar na een half uur worden ook de rotsen nat en glad. Voorzichtiger lopen dus. Als het daarna nog harder gaat regenen, wordt het vervelend. Schuilen? Nee, dat heeft inmiddels geen zin meer. Doorlopen maar. We worden zeik- en zeiknat. Van het soort dat zelfs je ondergoed doorweekt is. Het is inmiddels ook al kouder geworden. Dit is toch geen 0,1 millimeter meer? Hier en daar stroomt het van de bergen af. De bergschoenen zijn zwaar geworden, omdat er water in staat. We soppen verder (gatver, echt naar). Even uitrusten? Ja, hoe dan? We kunnen nergens droog zitten en als je stil staat, word je meteen koud.
PECHGEVAL nummer 13, MIJN TELEFOON KAPOT:
Even kijken op de kaart waar we zitten en hoe ver we nog moeten. Mijn telefoon is meteen aan het trippen en onhandelbaar. Wat is dit nu weer? Eko’s toestel werkt dan nog en we zien dat we nog een heel eind moeten. Dan begint het te onweren. Dat is dus echt eng op zo’n berg. Niet onder bomen staan, niet onder bomen staan, denk ik terwijl we onder bomen lopen. Luca kijkt ons angstig aan. Doorlopen maar, jongen.
PECHGEVAL nummer 14, EKO’S TELEFOON KAPOT:
We komen bij een rivier. Maar waar is het pad gebleven? We zouden hier naar links moeten, maar er gaat alleen een weg naar rechts. Eko’s toestel begint ook te trippen. Nu zijn we helemaal de haas. Ik controleer mijn toestel, maar dat is volledig zwart en reageert nergens op. Mijn iPhone is bestand tegen water (tot één meter diep), maar lopen in een onweersbui is te veel gevraagd? Kun je nagaan hoe nat we zijn geworden ;). Geen backup van de foto’s en leuke filmpjes die we gemaakt hebben, alles van deze dag is verloren. Heel jammer.
PECHGEVAL nummer 15, SMARTWATCH KAPOT:
Wat is dit? De dag van het doden van elektronica? Ook mijn smartwatch overlijdt. Nu hebben we ook geen klok meer. En van de zonnestand hoeven we het ook niet te hebben, alhoewel de zon wel weer probeert door te breken.
PECHGEVAL nummer 16, VERDWAALD:
Ik probeer me het kaartje te herinneren. Ik weet zeker dat we bij de stroom naar links moeten, netjes de lus afmaken. Er loopt alleen een pad naar rechts? We volgen het pad een half uur lang, maar keren dan toch terug. Misschien hebben we ergens een afslag gemist. Het is dan al laat in de middag en ik begin me lichtelijk zorgen te maken. Wat nu als we hier in het bos de nacht moeten doorbrengen? Eko mag de koekjes niet meer opeten van mij.
Er komt een groep mensen met een gids de berg af. “Is this the way to the monastery?” Tsss, en dat vragen ze ons. Ik zeg dat wij ook die weg zoeken, maar teruglopen om het pad te zoeken. “Nee,” zegt de gids, “dit is nog niet de stroom. Het is verder. Deze stroom is net ontstaan door de hevige regenval.” Wat? Voor niks omgekeerd dus? We vertrouwen erop dat de gids gelijk heeft, maar vinden het wel raar dat ze aan ons vraagt of dit het pad naar het klooster is. Als gids hoor je dat toch te weten? Na enige tijd klimmen komen we bij een grotere stroom. Dit moet hem zijn. E4 zien we staan, het klopt. Gelukkig! ik ben zo blij dat we op het goede pad zitten, maar ook bezorgd, omdat we nog zo ver moeten lopen. Misschien redden we 18.00 uur. De groep met de gids maakt zich blijkbaar geen zorgen. Ze zwemmen in de poeltjes en rusten uit.
PECHGEVAL nummer 17, KAPOTTE BRUGGEN:
Er zijn zo’n 6 bruggen die we over moeten, waarvan er 4 half of volledig weggeslagen zijn. Dan zie je dus de overkant, waar het wandelpad verder gaat, maar voor je voeten een snelstromende rivier. Het kost wat moeite en we zijn wat minder kritisch omdat we toch al nat zijn tot op het bot, maar we hebben ook nog Luca. Hij kan niet van de kapotte bruggen af klimmen, kan met zijn korte poten niet door het water waden en is bovendien doodsbang voor snelstromend water (en terecht, met zijn instinct is niets mis). Een hoop gepiep en gejank, een hoop uitproberen van routes en het dan toch maar mooi klaren! Normaal gesproken zou Luca echt niet door het water heen gaan, maar ik denk dat hij de ernst van de situatie inziet en doorheeft dat we geen andere keuze hebben.
PECHGEVAL nummer 18, HONDENRIEM KWIJT:
Omdat we zo moeten klauteren van de bruggen en balanceren over stenen en stukken hout, moet af en toe de rugzak af en laten we Luca loslopen. De riem belandt ergens op een brug en vergeten we. Tja, daar komen we pas een half uur later achter. We kopen wel een nieuwe. Net als de waterkoker, korte broek, bergschoenen en telefoons. Hoeveel moeten we nog aan dat lijstje toe gaan voegen?

PECHGEVAL nummer 19, PORTEMONNEES VERGETEN:
We zijn eindelijk bij het parkeerterrein. Mensen die net fris en fruitig uit de auto stappen, vragen ons of dat het pad naar de “holy cave” is. Ja, twintig minuten lopen. Ze schrikken echter van ons verwilderde voorkomen, kijken elkaar even aan en besluiten terug de auto in te stappen. Gelukkig liggen er droge kleren in de auto. In het dorp (inmiddels 19.00 uur) willen we eten halen. Geen portemonnee bij me? Dat overkomt me nooit! En Eko ook niet? Bijzonder. Dan liggen ze nog in het appartement. Eerst maar even halen dan.

PECHGEVAL nummer 20, SLEUTEL VAN DE POORT WERKT NIET MEER:
Als we voor de poort staan van de villa, weigert de poort open te gaan. Dit kan niet waar zijn! Er is niemand aanwezig, dus aanbellen heeft geen zin. De verhuurder bellen? Kan niet, want we hebben geen telefoon meer. Maar wacht, we hebben toch allebei een noodtelefoon meegenomen? Oeps, liggen in het appartement. In het dorp om hulp vragen? Hoe dan? Het telefoonnummer van de verhuurder staat in mijn telefoon.
Er ligt voor noodgevallen een zakmes in de auto en daar zit een schroevendraaier op. We maken de sleutel open en controleren de batterij. Een heel aparte (nooit eerder gezien) en Eko zegt dat ze die niet gaan verkopen in het dorp. En hoe gaan we trouwens een nieuwe batterij betalen? Droogmaken, dichtmaken en nogmaals het hek proberen. Niets.

Luca wordt ongeduldig van de honger (ook zijn eten ligt binnen) en begint wild te blaffen. Dat kan er ook nog wel bij. Ik kijk naar het hek. Eroverheen klimmen, dat is de enige optie. Ik zoek een plek waar de punten op het hek niet zo scherp zijn. Dan bedenk ik me dat ik niet meer zo sterk ben als vroeger en het me nooit gaat lukken om me op te trekken aan het hek, soepeltjes mijn benen eroverheen te gooien en sierlijk aan de andere kant op de grond te springen zonder een punt van het hekwerk in mijn reet te krijgen. Eko maakt ook geen aanstalten trouwens ;). Er hangt een camera, gericht op het hek. Even zwaaien. Misschien ziet de verhuurder ons. En dan? Dan gaat hij een bericht sturen naar mijn telefoon. Hij weet niet hoe we eruitzien en zal denken dat er inbrekers staan. Als we lang genoeg blijven staan, stuurt hij misschien de politie. Dan hebben we alsnog een lange weg te gaan om alles uit te leggen.

Dit is het moment dat je weet dat alles verloren is. We zullen de nacht door moeten brengen in de auto, met een lege maag en afgesloten van de wereld. Het is een moment waarop je eigenlijk zou moeten schreeuwen, maar je vreemd genoeg heel kalm wordt. In noodsituaties komen de oplossingen toch weer vanzelf, zo blijkt. Ik denk ineens aan de kluisjes bij het hek. In die andere kluisjes ligt waarschijnlijk ook een sleutel van het hek. We moeten een kluisje kraken dus.
Om de camera te ontwijken maak ik me breed terwijl ik het cijferslot probeer. Ondertussen razen er over de drukke weg allemaal auto’s voorbij en verwacht ik ieder moment een politiewagen die ons op komt halen. Gelukkig lukt het me om een andere kluis te openen, zit er inderdaad een sleutel in van het hek en krijgen we het hek open!
Onze noodtelefoons hebben beperkte mogelijkheden, maar we kunnen in ieder geval bellen. Als je je telefoon kwijtraakt, kom je er pas achter hoe afhankelijk je ervan bent. Al mijn wachtwoorden staan in een wachtwoordkluis op de telefoon. Alle telefoonnummers bij de contacten. Waar is de tijd gebleven dat je telefoonnummers uit je hoofd kende? Maar helemaal onvoorbereid was ik niet. Mijn dochter kan thuis mijn wachtwoordkluis openen en een paar wachtwoorden doorgeven. Ik stuit meteen op websites waar ik het inloggen moet bevestigen met mijn telefoon. Het toestel dat kapot is. Omdat ik houd van veiligheid, heb ik dat voor veel websites en apps ingesteld. Tja, zo veilig dat ik er zelf niet meer in kom.
Aan mijn moeder stuur ik het bericht dat mijn telefoon stuk is gegaan en ik een andere telefoon gebruik. Terwijl ik het tik, weet ik dat ze sceptisch zal zijn en denken dat het een phishing bericht is. Zo doen ze dat toch, tegenwoordig? Hoe maak je duidelijk dat jij het bent? Door in ieder geval het woord “geld” weg te laten ;).
PECHGEVAL nummer 21, VERGEET DIE MEDIAMARKT MAAR!
We willen zo snel mogelijk een nieuwe telefoon, zodat we die kunnen installeren met onze eigen gegevens (vanuit de backup in de cloud). Voordat we op vakantie gingen, zeiden we nog: “Als je iets mist, dan kun je het toch gewoon kopen in het buitenland?” Niets is minder waar. Geloof me, neem alles mee. Ook de reservespullen. Het is een gedoe om spullen in het buitenland te kopen. Ten eerste is het uren rijden naar een beetje stad waar ze een beetje spullen hebben. Ten tweede vind je geen Mediamarkt of Coolblue, maar kleine zaakjes waar ze een beperkte keuze en voorraad hebben. Ten derde is het ontzettend duur. Een stuk duurder dan in Nederland. Reken voor een telefoon gerust 150 euro meer. Eko vindt een toestel en accepteert de extra kosten. Ik kan geen geschikt toestel vinden en besluit drie weken te wachten totdat we thuis zijn. Vroeger moesten we het ook zonder stellen, dus niet zeuren. Bovendien heb ik nog mijn laptop waarmee ik net iets meer kan dan met de noodtelefoon.

Algehele indruk regio rondom berg Olympus
Misschien heb ik een negatief beeld geschetst, maar deze regio is echt de moeite waard om verder te verkennen. Zorg in ieder geval dus voor een analoge versie van je elektronica, zoals een papieren kaart in een waterdichte zak. En wat is er mis met een ouderwets horloge? Ik heb besloten mijn oude horloges weer uit de la te halen ;).

Halkidiki

We rijden naar een camping in de tweede vinger van Halkidiki (Sithonia) en de krekels (of cicaden) komen boven het geluid van de radio uit, door de dichte ramen heen.

Cicaden waren voor mij tot deze vakantie een onbekende insectensoort. Totdat ik deze lege hulzen vond aan onze tent. Er hingen er veel en het blijkt dat jonge cicaden eerst onder de grond leven en daar een paar keer vervellen (om te kunnen groeien) en de laatste keer vervellen als ze boven de grond komen. We hebben onze tent dus opgezet op een kraamkamer van cicaden ;).


Maar misschien zijn ze wel uitgedroogd door de hitte? We tikken namelijk de 50 graden aan in steden en 46 graden op het platteland.
Ik heb nog nooit zo’n temperatuur meegemaakt, maar hier in de droge lucht van Griekenland valt het mee. Je voelt alleen dat de zon meer brandt.

De camping ligt mooi. Er is een strand bij, maar met Luca erbij duiken we liever de zee in vanaf de rotsen.

De camping haat ons
Oké, de telefoon van Eko is gestorven, maar dat geldt alleen voor het scherm. Komen wij achter. Vraag me niet waarom, maar Eko heeft doordeweeks een wekker staan om 7.00 uur. En die gaat af op de camping. Op zich niet erg, behalve dat we het alarm niet uit kunnen schakelen. Het onding rinkelt en rinkelt maar. Heel de camping wakker ;). De volgende avond bergen we hem op in het dashboardkastje van de auto en horen we gelukkig niets.

Eén Europa? Geen Europa!
Het campingvolk is hier trouwens heel anders dan we gewend zijn. Als je iemand tegenkomt, groet je elkaar, toch? Of op z’n minst een glimlach. Op deze camping groet niemand elkaar. Het is wel de eerste camping waar we zoveel verschillende nationaliteiten bij elkaar zien: Slowaken, Duitsers, Polen, Serviërs, Noord-Macedoniërs, Roemenen, Bulgaren, Oostenrijkers, Belgen, Engelsen en Grieken. We krijgen hier in ieder geval niet het gevoel van één familie. Een verenigd Europa? Vergeet het maar.

Hier zien we de volgende dingen:

  • Tripotamos met de benenwagen (mooi).
  • Diaporos eiland met een boot (schitterend).
  • Brug van Strymon met de auto (mooi, vooral door de zwemmende koeien).

Tripotamos
Een rondwandeling tussen Tripotamos en Anigmata, dat lijkt ons net te doen in deze hitte. Het is de Sithonia Trail M1. We passeren een oud klooster en een oude dorsvloer. Het is vooral een heel stille omgeving. Helaas is het wel veel klimmen en is de beloofde stroom grotendeels opgedroogd. Pas bovenin de bergen is er wat water voor Luca om af te koelen.

PECHGEVAL nummer 22, LUCA GESTOKEN DOOR EEN BIJ:
Luca gaat met zijn nieuwsgierige neus in een bijenkast (!!) “Luca! niet doen, kom hier!” Te laat. Een zwerm boze bijen komt uit de kast en steekt op zijn neus. Hij heeft er even last van, maar het trekt gelukkig ook snel weer weg. Het heeft één voordeel opgeleverd, omdat hij hierna ineens een stuk voorzichtiger is met bijen, hommels en wespen. Geen hapbewegingen meer, maar achteruit deinzen.

We hebben het zwaar, omdat je op het smalle pad van alle kanten wordt aangevallen door stekelige struiken. Bij thuiskomst hebben we aardig wat wondjes en schrammen en moeten we al het struweel van ons afspoelen.
Daarnaast zijn er hele stukken die we in de brandende zon af moeten leggen. We nemen vaak een pauze, zien de voorraad water (7 grote flessen!) slinken en beginnen te fantaseren over het dorp Anigmata waar we ieder moment aan kunnen komen. Een heerlijk koud pilsje. Een koud ijsje. Je kent het wel.

PECHGEVAL nummer 23, ER IS GEEN DORP:
Als we er zijn, is het toch weer lachen. Hoe typerend voor deze week. Er is geen dorp Anigmata! Omdat veel toeristen het klaarblijkelijk verwacht hadden en misschien paniekerig rond gaan rennen op zoek naar het dorp, staat het in het Engels op het bord erbij geschreven: “Anigmata here”. Er is niets te zien, alleen een open veld met dor gras en uitzicht op het dal.

Een indruk van de omgeving, bij de oude dorsvloer. Er hangt een bord met informatie over de dorsvloer, maar helaas niet hoe oud deze is:

Diaporos eiland
Overal kun je boten huren, in allerlei formaten en ook zonder vaarbewijs. Komt dat even goed uit! We zoeken een verhuurbedrijf met goede reviews en zoeken de locatie op. Het is niet meer dan een kraampje op het strand. Het hele strand staat vol met kraampjes van verhuurbedrijven. Een korte uitleg over de boot, waar mooie stranden te vinden zijn en gaan maar! “Luca, kijk jij naar rechts? Dan kijk ik naar links!” 🙂

Er zijn meerdere bootjes en de “blue lagoon” is erg in trek. Wij vinden het daar iets te druk en zoeken een ander plekje op. Geen probleem, er zijn veel stukken zee die net zo blauwgroen zijn.
Het verhuurbedrijf heeft het goed geregeld. De gevaarlijke zones op zee zijn op de kaart gemarkeerd als rode cirkels. Omdat je vaak geen idee hebt waar je je precies bevindt, gaat er een signaal af op je boot als je een rode zone in vaart.
PECHGEVAL nummer 24, ZONNEBRIL KAPOT:
Ik ga op mijn favoriete zonnebril zitten en de pootjes breken allebei af. Zonder aarzeling. Eko bergt snel zijn eigen zonnebril op ;).

Dit is mijn favoriete strand. Die kleuren! Ik houd van oranje in de natuur :).
Hier hebben we Luca het water in gegooid. Wij hebben namelijk zo’n watje van een hond die wel het water in wil, maar niet durft. Terwijl wij aan het zwemmen zijn, is Luca aan het piepen en blaffen op de boot. Vrij vertaald: “Ik wil ook!” Ik heb hem naar de rand van de boot gelokt, opgetild en erin gedonderd.

Daarna gaat hij steeds klaar staan bij de rand en mag ik hem erin gooien. Hem terug in de boot krijgen is meer gedoe. Eerst moet ik hem zo gek krijgen om samen met mij naar de boot te zwemmen, daar is het de kunst om zijn voorpoten op de boot te zetten. Daarna kan ik duwen en Eko hem omhoog trekken aan zijn tuigje.

En wat kost dit nou, een dagje een boot huren? Wij betaalden 90 euro voor de boot en 40 euro voor de benzine. De benzine is voor 20 euro te doen als je eenmaal om het eiland heen vaart, wij zijn er tweemaal omheen gegaan. Echt wel een aanrader om een keer te doen. Maar let op! Ondanks dat je onder een afdakje zit, verbrand je snel met de zwemsessies tussendoor.

Brug van Strymon
Vlakbij Petritsi vinden we een oude treinbrug die er een beetje wankel uitziet, maar ons gewicht nog prima houdt. Het idee is om een stukje rond te wandelen, maar het is boven de 40 graden en er is geen schaduw. Het is een verrassing als we koeien zien staan aan de rand van het water. Maar dat is nog niet alles.

We horen een hoog gefluit. De boer? Jawel, de boer. Een moderne herder, want hij zit op een motorfiets. Hij jaagt de koeien op richting het water. Ze weten blijkbaar precies wat de boer wil, want ze zwemmen naar de overkant en lopen daar verder naar een plek die we niet kunnen zien. Luca kijkt zijn ogen uit. Wij ook ;).

Koeien die door de boer worden opgejaagd om de rivier over te zwemmen.

Algehele indruk van Halkidi
Dit is een gebied dat duidelijk wat rijker is. Het is goed geregeld, helemaal ingesteld op toeristen en overal aan de kust is het druk. Alleen in het binnenland heb je het rijk alleen. Wil je verlaten stranden, dan moet je naar de Peloponnesus. Wil je een drankje op het strand, dan is dit de perfecte plek. Maar ondanks de toeristenstroom vond ik dit wel een fijne bestemming.

Afscheid van Griekenland

Wat hebben we hier een fijne en spannende tijd gehad. Vergelijkbaar met Zuid-Italië, maar net iets beter. Er is zoveel te zien en te beleven op het vasteland van Griekenland, dat we hier gemakkelijk nog maanden hadden kunnen blijven. Een paar dingen die ons opgevallen zijn:

  • Grieken zijn heel erg ingesteld op toeristen. We werden overal meteen in het Engels aangesproken, standaard. We kregen een brede glimlach (uitlachen?) als we “efcharisto” (dankjewel) zeiden.
  • Waar we in Italië continu politie zagen, lijkt die in Griekenland niet te bestaan.
  • We hebben niet veel zwerfhonden gezien, maar veel honden lopen wel los over straat. Ik heb geen enkele Griek zijn hond uit zien laten. ’s Avonds gaat het hek open en mag de hond zelf zijn gang gaan. Het is soms wel opletten als ze op straat liggen of ineens achter je auto aan rennen.
  • Geld vragen voor een hond op de camping is heel raar in Griekenland, de hond mag dus gratis verblijven. Twee campingbazen zijn in de lach geschoten toen ze opsomden wat gerekend werd (tent, auto, twee personen) en ik “hond” aan het lijstje toevoegde.
  • Het stikt van de kerken en kapellen, maar bij geen enkel gebouw hebben we ooit mensen gezien.
  • “In Griekenland doen ze maar wat!” hebben we vaak tegen elkaar gezegd. Dat gaat van het (niet) wegwerken van elektriciteitskabels tot aan het plaatsen van een hek op een doorgaande weg (zonder informatie wat er aan de hand is en zonder omleiding).
  • Het aanbod van verse groenten is beperkt: komkommer, tomaat, ui, paprika, kool of aubergine.

We gaan hier zeker nog terugkomen!

BEER IN ROEMENIË
Zal het geluk nu eindelijk terugkeren? De week hierna zitten we in Bulgarije en Roemenië en staan we oog in oog met een beer (op nog geen 10 meter afstand). Hij is geschrokken, bang en boos tegelijkertijd en gaat op zijn achterpoten staan om ons weg te jagen. Slik, twee meter bruine beer voor je is hééél indrukwekkend. Is dit nu pech of geluk hebben? We hebben het overleefd (daar was ik echt niet helemaal zeker van toen we zo voor zijn neus stonden), dus ik houd het maar op geluk. Tot volgende week!