Spinning: een verzameling hometrainers

Leef met Degreef! Gymnastieken
Samen met je dochter op zoek naar wat bij je past in de sportschool.
#Deel 5: Spinning.

Spinning roept de associatie op van auto’s die op hoge snelheid rondjes draaien en bestuurders die eruit klimmen om stunts te doen. Spectaculair. Dat schrikbeeld wordt versterkt door de afgetrainde mannen die plaatsnemen op de fietsen. Wat staat ons te wachten dan?
Nou, het is allemaal een marketing truc. Fietsen op een hometrainer klinkt zóóó twintigste eeuw, dat ze wel verplicht waren om er een andere term op te plakken. Maar je ziet het meteen als je de zaal in loopt: suffe hometrainers in rijen opgesteld.

‘Zoek iemand uit’

De instructeur helpt ons met de spullen: hoe het werkt, hoe we geen blessures krijgen en dat we vooral niet mee moeten doen. Hè? Hoorde ik dat nou goed?
‘Beetje fietsen en rondkijken,’ zegt hij. ‘Zoek iemand uit die je bevalt.’ Het wordt steeds vreemder. Dit is toch geen datingsessie?
‘Alleen niet mij kiezen en ook niet die man naast jullie.’ We kijken naar de oudere man naast ons. Oh ja, dat is zo’n racemonster, kijk die kuiten dan!
Het zweet druipt er bij hem vanaf tijdens het fietsen. Dat wij niet naar hem mogen kijken, weerhoudt hem er niet van wel naar ons te kijken. Wat zal hij gedacht hebben? Daar heb je weer van die no-no’s die maar één keer komen? (Yup, dat gaat kloppen.)

Computerspeeltje

De instructeur is niet te verstaan met de harde muziek. Maar boeien, we hoefden toch niet mee te doen. Bovendien zijn we te druk met de fietscomputer. Hier zal trouwens ook wel een andere term voor zijn, want fietscomputer is echt een boomer-woord, zoals Julienne zou zeggen. Performance tracker? High speed sensation? Cardio balancer? In ieder geval wordt er vanalles gemeten. De enige zaken die mij iets zeggen zijn snelheid, gemiddelde snelheid en calorieverbruik.

Met een schuin oog kijk ik op de meter van Julienne. Ik lig na 10 minuten al 1 kilometer achter op haar. Ik zal maar niet naar de meter van het racemonster kijken 😉 .
‘Hé, mam, hoeveel heb jij al?’ Ook dat nog. Nu moet ik kleur bekennen.
Julienne glimlacht als ze mijn score ziet. Dit gaat me toch niet gebeuren? Dat ik na een uur fietsen nog in Capelle aan den IJssel ben en zij al ergens in Noord-Holland is?
Ik focus op mijn gemiddelde snelheid en gooi die omhoog. Aan het eind van de les, na een uur, lig ik nog steeds 1 kilometer achter. Niet slecht voor dit oudje, zelfs Julienne is onder de indruk.

Bekende van Julienne

Halverwege de les sist Julienne: ‘Oh nee, die ken ik!’
Er komt een jongen langslopen. Ze kent hem vaag van school en dat vindt ze niet chill. Afstappen en weglopen valt te veel op, dus gooit ze haar hoofd omlaag en verstopt zich achter haar paardenstaart.
‘Waarom mag hij je niet zien? Vanwege het rode-koppen-syndroom?’ vraag ik later.
‘Nee, stel dat hij tegen mijn vrienden zegt dat ik aan het fietsen was.’
‘Nou en? Je was toch aan het sporten?’
‘Ja,’ komt dan de aap uit de mouw. ‘Met allemaal ouwe lullen!!!’ En bedankt 😉 .

Hepie en Hepie

Het einde van de les nadert. Mijn gemiddelde snelheid komt uit op 27,5 kilometer per uur. Hard! Op mijn eigen fiets zit ik meestal rond de 15 en slechts eenmaal heb ik bergafwaarts de 25 aangetikt. Ja, jongens, ze bestaan echt: mensen die niet elektrisch rijden.

‘Allemaal afstappen, we gaan stretchen,’ roept de instructeur.
De enige twee die nog op de fiets zitten, zijn de Degreefjes. Ja, ik wil de teller op 28 krijgen, mooi rond getal om mee af te sluiten. Julienne wil de calorieën op 500 hebben. Van wie zou ze die tic hebben?

‘Ja, ook de twee dames achterin moeten meedoen!’ vermaant de instructeur ons.
We gaan nog harder fietsen. Snel, snel, voordat hij ons letterlijk van de fiets trekt.
‘We zijn echt autistisch bezig,’ zegt Julienne als we afgestapt zijn.
Oké, in zekere zin zijn wij Hepie en Hepie. Maar dat moet ook wel een familietrekje zijn als je deze oude foto van mijn zussen ziet 🙂 .

Als de muziek uitgaat en we weglopen, steekt het racemonster daar een stokje voor. ‘Eerst de fietsen poetsen.’ De fietsen poetsen? Hoezo? Ja, bij hem snappen we het. Hij heeft zo erg gezweet dat werkelijk zijn hele fiets druipt. Voor de vorm halen we een doek over onze droge fietsen 😉 .

Conclusie

Ik heb een paar dingen geleerd van deze groepsles:

  • Je denkt dat je alleen je benen traint, maar na twee uur heb je spierpijn in je nek en schouders. Dan begrijp je ineens waarom je steeds stretchoefeningen met armen en schouders moet doen tussendoor.
  • Als je af wil vallen, dan is dit the place to be. Het is zwaar, de calorieën vliegen er vanaf en dat cijfer kun je tot op de komma volgen.
  • Van tevoren moet je de voorraadkist met koeken en chips op slot maken en de sleutel door iemand laten verstoppen. Mijn hemel, wat een vraatzucht overvalt je hierna.

Dit gaat hem voor ons niet worden. Ik voel me ook heel dom. Om de een of andere reden heb ik altijd het beeld gehad dat ik spinning leuk zou vinden, dat het bij mij past. Maar eerlijk: ik hááát fietsen. Julienne had al zo haar bedenkingen. ‘Het is toch veel fijner om buiten in de frisse lucht te fietsen en rond te kunnen kijken?’
‘Ik moet meer naar jou luisteren.’

En dat is precies de reden dat ik haar wens volg en we de volgende keer meedoen met de hype van dit moment: pilates.